Zeeverkenners Johannes de Doper is een nieuwe Scouting groep in Breukelen. We staan voor een Christelijke beleving van Scouting, zoals Baden Powel dat ooit heeft beschreven. Baden.Powel zag Scouting als de praktische uitvoering van het Christelijk geloof. Wij proberen klaar te staan voor de Breukelse Gemeenschap en we pogen jongelui de normen en waarden mee te geven zoals die uitgedragen worden binnen Scouting, de grootste vredesbeweging ter wereld. Naast het uitdragen van normen en waarden, geven we de kinderen een opleiding om hun zeilvaardigheids-, roei vaardigheids- en hun (Buitenboord)motorboot diploma’s te halen binnen de normen van het CWO (Commissie Watersport Opleidingen). Een onderdeel van deze opleiding is werken met je handen. Botenonderhoud, onderhoud van motoren, houtbewerking. Als je van aanpakken weet, of met je handen wilt leren werken ben je bij ons aan het goede adres.
Zeeverkenners of waterscouts (ook wel seascouts, zeescouts) is een specialisatie binnen scouting. Zeeverkenners, jongens en meisjes van 10 tot 16 jaar, maken deel uit van zelfstandige waterscoutinggroepen.
Het zeeverkenners scoutingprogramma is hetzelfde als van alle andere scouts, maar de nadruk ligt natuurlijk bij het zeilen en aanverwante technieken. Zeeverkenners volgen het landelijke CWO-opleidingsprogramma dat ook door de meeste zeilscholen gebruikt wordt.
De naam waterscouting ontstond toen in 1970 de Wesselgroep in Vlaardingen een naam moest verzinnen voor de gemengde zeeverkennerswacht. Het was de eerste groep in Nederland met een gemengde welpenhorde waaruit een gemengde zeeverkenners en -sterswacht voortkwam.
In Nederland vaart men over het algemeen in de speciaal voor waterscouting ontwikkelde lelievletten. Dit zijn stalen roei-, wrik- en zeilvletten. Een gemiddelde vlet weegt iets meer dan 600 kilogram en elke boot is handgemaakt. Het is mogelijk om vletten als bouwpakket of als gereed geheel te kopen. De Lelievlet is een standaard zeilklasse en is gebaseerd op een Beenhakker roeivlet met een sloepentuig (fok en gaffelzeil).
In België wordt veelal met houten zeilsloepen gevaren, naast lelievletten gebruikt. Sommige groepen (vooral Antwerpse) maken gebruik van gieken & longboats. Voor de jongere speltakken worden Optimisten gebruikt.
Er zijn verschillende regionale en nationale wedstrijden voor lelievletten. Zo zijn er o.a. de regionale kwalificaties voor het Nederlands Kampioenschap. Het Nederlands Kampioenschap vindt elk jaar plaats bij de Nationale Scoutingzeilschool te Harderwijk. Naast nationale wedstrijden zijn er ook andere grote wedstrijden. De Kaagcup Zeilwedstrijden op de Kagerplassen bij Leiden zijn bijvoorbeeld erg groot. Meer dan 300 vletten strijden dan om de eerste plek én de Kaagcup.
Het groepshuis, de locatie vanwaaruit de activiteiten worden georganiseerd, kan vast of varend zijn. In het laatste geval spreekt men van een wachtschip. Binnen Scouting Nederland zijn meer dan 50 wachtschepen langer dan 15 meter in gebruik.[1]
Vooral landen met een uitgebreide kust en een maritieme traditie zoals Groot-Brittannië, Finland, Frankrijk, Nederland, Polen, Zweden en de Verenigde Staten hebben een sterke seascouts speltak. In landen zoals Duitsland daarentegen is de zeepadvinder niet erg bekend.
Bekende zeescouts waren de Britse koningin Elisabeth II, haar zuster Margaret, de Nederlandse koningin Beatrix en haar zuster Irene.